Kom, jij onbekende reiziger

meditatie

Mini-retraite

Deze “mini-retraite” is een kans om na te denken over je persoonlijke reis door de veertig dagen van de vastentijd. Geniet van een ‘bureau-meditatie’! Luister en kijk het lied in YouTube, onderin het blog staat de tekst met een vertaling. 

Verbonden

We zijn verbonden met Jezus, en we zijn verbonden met de schepping. De schepping getuigt van Gods liefde. Daarom is het zo mooi dat we ook mogen genieten van olie die de schepping ons geeft voor zelfzorg. Dat is Gods gift van de aarde.

De United Methodist missionaris Romeo del Rosario zingt hymne 386: “Kom, o gij onbekende reiziger.” – een lied van Charles Wesley uit de achttiende eeuw. Er worden foto’s van Gods schepping en citaten uit de Bijbel getoond. De foto’s zijn gemaakt door de fotografen Mike DuBose en Kathleen Barry van United Methodist News Service.

Liedtekst met eenvoudige vertaling.

Come, O thou Traveler unknown,

Whom still I hold, but cannot see!

My company before is gone,

And I am left alone with Thee;

With Thee all night I mean to stay,

And wrestle till the break of day;

With Thee all night I mean to stay,

And wrestle till the break of day.

I need not tell Thee who I am,

My misery and sin declare;

Thyself hast called me by my name,

Look on Thy hands, and read it there;

But who, I ask Thee, who art Thou?

Tell me Thy name, and tell me now.

But who, I ask Thee, who art Thou?

Tell me Thy name, and tell me now.

‘Tis Love! ’tis Love! Thou diedst for me!

I hear Thy whisper in my heart;

The morning breaks, the shadows flee,

Pure, universal love Thou art;

To me, to all, Thy mercies move;

Thy nature and Thy Name is Love.

To me, to all, Thy mercies move;

Thy nature and Thy Name is Love.

Kom, o gij onbekende reiziger,

Wie ik nog steeds vasthoud, maar niet kan zien!

Mijn gezelschap van vroeger is weg,

En ik ben alleen gelaten met U;

De hele nacht wil ik bij U blijven

En worstelen tot het aanbreken van de dag;

De hele nacht wil ik bij U blijven

En worstelen tot het aanbreken van de dag.

Ik hoef u niet te vertellen wie ik ben,

Mijn ellende en zonde zijn bekend;

Uzelf heeft mij bij mijn naam genoemd,

Kijk naar Uw handen en lees het daar;

Maar wie, vraag ik u, wie zijt Gij?

Vertel me uw naam, en vertel het me nu.

Maar wie, vraag ik u, wie zijt Gij?

Vertel me uw naam, en vertel het me nu.

‘Het is liefde! ‘t is liefde! U bent voor mij gestorven!

Ik hoor Uw gefluister in mijn hart;

De ochtend breekt aan, de schaduwen vluchten,

Zuivere, universele liefde Gij zijt;

Tot mij, tot allen, komen Uw barmhartigheden;

Uw wezen en uw naam is liefde.

Tot mij, tot allen, komen Uw barmhartigheden;

Uw wezen en uw naam is liefde.